Staatsblad Van Nederlandsch Indië [PDF]

  • 0 0 0
  • Suka dengan makalah ini dan mengunduhnya? Anda bisa menerbitkan file PDF Anda sendiri secara online secara gratis dalam beberapa menit saja! Sign Up
File loading please wait...
Citation preview

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com



I



-



ο



οι _



ι



·.



. '·



ι



ω







π ο



Ο..



.



-



. .



ι I







_



I



Y



' .‘ U



a I .



Ώ



'



'



ο



Σ



·



ι π







'



Η



.







_ v’ I



'







U



'



Π



I







.







Γ



.



'



-



ν Ώ



ι



I



i



`








u>



I‘!



Π!



na



in voeten.



voeten. Πὶομεπin



Sommen.



σε



terwijl voor een vierde έω1ω1ω van een voet boven den diep



gang van 24 voet nog f 15 zal moeten worden νοΙ:Μιππ.. Απ. Π.



Πο Ιοοεε€οΙάοπι der aankomende en vertrekkende



@Με en te Gríssee ‚ zullen door den fd. havenmeester aldaar‘ wor en ontvangen en verantwoord , waarvan na ommekomst



| 7



|



van ieder maand, door hem aan den havenmeester te Soerabaja eene specifieke opgaaf zal behooren te worden ingediend. Art. 18. De gecollecteerde lootsgelden zullen op den laat sten dag van ieder maand, in de kas van den algemeen en ontvanger te Soerabaja worden overgebragt. Art. 19. De havenmeester van Soerabaja zal om de drie maanden aan den Resident van Soerabaja, ter verdere ver zending aan den Directeur der Middelen en Domeinen, om door dezen aan de Algemeene Rekenkamer te worden over gemaakt, doen toekomen, de verantwoording van alle gedu



rende dien tijd gecollecteerde Iootsgelden, met overlegging der door de respectieve bevelhebbers aan de lootsen uitge dienende tot justificatoire bescheiden bij



: certificaten, 0ZelWe,



Overigens zal de havenmeester bij ommekomst van ieder maand, aan den Resident van Soerabaja eene aanvraag doen ter bekoming van eene ordonnancie op 's lands kas, ter uit betaling van de traetementen aan de lootsen en leerlingen, alsmede voor de gagien aan de Inlandsche opvarenden der in dienst zijnde lootsbooten; terwijl hij verder zorg zal dragen, dat insgelijks maandelijks, de hierna bepaalde verstrekkingen van rijst aan de Inlandsche opvarenden worden uitgereikt. Art. 20. Er zullen veertien praauwmaijangs, ingerigt tot lootsbooten , van 's Gouvernementswege \ ten dienste van het lootswezen onderhouden worden; ieder derzelve bemand met twee Joeroemoedies, tegen eene bezoldiging van 8 gulden, en vijf Inlandsche matrozen met eene bezoldiging van 6 gul 's maands, benevens 40 pd. rijst in naturâ voor elken



:



Op.



Art. 21. De lootsen en derzelver vaartuigen zullen verdeeld worden op de volgende plaatsen ; als : te Soerabaja, vijf lootsen en zeven lootsbooten, te Sidaijoe vier lootsen en vijf lootsbooten, te Pasoeroewan twee lootsen en twee lootsbooten, zullende



de lootsleerlingen zoodanig geplaatst worden, als de haven meester zulks in het belang van de dienst en ter oefening der leerlingen in de kennis der beide vaarwaters, zal noodig achten, terwijl de bekwaamste derzelven op die loots



booten kunnen worden geplaatst, waarvoor geen lootsen voor handen zijn.



Art. 22. De gezaghebbers der schepen zullen gehouden zijn aan de lootsen die hun in of uitgelootsd hebben, een certificaat, aftegeven, van hunne volbragte diensten, hetwelk



[ 8 ] bij de driemaandelijksche verantwoording van den haven meester als bijlaag zal behooren te worden overgelegd. In geval het mogt blijken, dat een gezagvoerder heeft verzuimd het hierboven vermeld getuigschrift, aan den loots aftegeven, zal hij hierdoor verbeuren eene boete van f 25 : 00, en daar van bij de verantwoording des havenmeesters aanteekening worden gemaakt. Ten tweede :



Enz.



Afschrift, enz.



-



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, * C. VISSCHIER,



(No.



3. )



Titulatuur voor de Officieren van Ge



zondheid bij het Indisch Leger. Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van



den 28sten Januarij 4845, no. 4.



Nader gelezen, enz. Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Enz. Ten tweede : Met betrekking tot de bij het Indisch leger te bepalen : CL.



geneeskundige



dienst



enZ.,



d. dat voortaan niet meer zal worden gebezigd de titulatuur



van chirurgijn, en daarvoor in plaats zal worden gesteld de titulatuur: officier van gezondheid, Ten derde :



Enz.



-



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



[ 9



(No. 4.)



|



Bepalingen ten behoeve der kweekelin gen, afkomstig uit de school voor de zeevaart te Amsterdam.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van



den 30sten Januarij 1845, no. 3. Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Enz.



Ten tweede : Met ampliatie en alteratie in zoo verre van art. 3 der publikatie van 12 Maart 1831, (Staatsblad no. 15), vasttestellen :



a. dat de daarbij bedoelde stuurmansleerlingen moeten zijn kweekelingen, afkomstig uit de kweekschool voor de zee vaart te Amsterdam, onverschillig of zij voor de Gouver nements vaartuigen, dan wel speciaal voor de koopvaart, door tusschenkomst van het Gouvernement in Indië zijn gekomen, zullende echter ten deele of geheel met andere in Nederland of uit christen ouders in Nederlandsch



Indië geboren personen, als stuurmansleerlingen kunnen worden volstaan, naarmate zich één of meer der boven



bedoelde kweekelingen onder de stuurlieden van elken bodem bevinden; b.



C,



d.



dat het getal dier stuurmansleerlingen echter niet meer behoeft te bedragen, dan, voor een vaartuig, metende vol gens den zeebrief 200 lasten één en voor een schip van meer dan 200 lasten, twee leerlingen; - blijvende voorts onveranderd, de bepaling van één stuurmansleerling voor vaartuigen van meer dan 75 lasten ; dat de havenmeesters gehouden zijn, om zich bij elke uitklaring van de onderwerpelijk bedoelde vaartuigen, te verzekeren, van de opvolging der bepalingen omtrent de stuurmansleerlingen, overeenkomstig het slot van art. 3 der genoemde publikatie en daarop ook te letten bij de examinatie rapporten voor Gouvernements bevrachtingen; dat de kosten , welke de bij $ a hierboven bedoelde kwee kelingen aan den lande zullen veroorzaken zoo lang zij niet op koopvaardij-schepen zijn geplaatst, zoo veel mo gelijk zullen worden bestreden uit de stortingen ter zake der niet voldoening aan het voorgeschrevene bij art. 3 der publicatie.



| 10 |



,--



-



Ten derde : Te bepalen: dat de kweekelingen van de kweekschool voor de zee vaart te Amsterdam, bestemd voor de koopvaart in Indië, -



(l,



bij het eindigen van het door hen aangegane vierjarig ver band, overeenkomstig de voorwaarden daarvan zullen wor



den ontslagen en zul: voor zoo veel zij zich als dan nog



op een der Gouvernements schoeners in de Buitenbezit tingen bevinden, bij hunne terugkomst op Java, zullende aan hen voor zoo veel noodig bij dit ontslag eene acte van vast verblijf in Nederlandsch Indië worden verleend; dat aan de zoodanigen dezer kweekelingen, die bij het te bekomen ontslag niet dadelijk eene plaatsing hebben, aan boord van eenen particulieren bodem, zal worden toege staan, om met voorkennis en toestemming der plaatselijke civiele autoriteit, aan boord van een der wachtschepen, ter reede van Batavia of Soerabaja te verblijven, tot



zij een engagement bij de koopvaart hebben erlangd;



d.



dat de ontslagene kweekelingen die zonder behoorlijk in hun onderhoud te kunnen voorzien aan den wal verblij ven, ter beëordeeling en door tusschenkomst van de plaatse lijke civiele autoriteit, even eens naar een wachtschip zullen worden gezonden, om aldaar te verblijven, tot zij eene conditie bij de koopvaart hebben; dat van de vergunning en zending dezer kweekelingen naar de wachtschepen, hiervoren bij $ $ 6 en c bedoeld , van wege het plaatselijk bestuur telkens zal worden ken nis gegeven aan den officier belast met het beheer over 's Gouvernements schoeners en kruisbooten ;



dat op voordragt van dezen officier aan de op de wacht schepen zijnde ontslagene kweekelingen, zoodanige onder stand zal worden verleend, als tot onderhoud van hunne



plunjes, successivelijk zal worden noodig geacht; dat ingeval onverhoopt mogt blijken, dat onder die ont slagene en aan boord van de wachtschepen opgenomen kweekelingen zich zoodanige bevinden die niet naar be hooren trachten, eenige dienst bij de koopvaart te beko men , of daartoe om : eene of andere reden ongeschikt worden beschouwd, alsdan door het beheer over 's Gou



vernements schoeners en kruisbooten, bij geschikte gele genheden eene voordragt aan het Gouvernement zal be hooren te worden gedaan, om hen, als geheel onbe



kwaam, om bij de Indisch koopvaart een bestaan te vin den, te doen repatriëren, op zoodanige wijze als geraden zal voorkomen.



-



[ 11 | Ten vierde : Alverder, met intrekking van het besluit van 28 October 1840 no. 3, te bepalen : a. dat voortaan aan de aanneming en het ontslaan, bij de Indische koopvaart, van stuurmansleerlingen, afkomstig uit de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, geene andere bijzondere voorwaarden zullen zijn verbonden, dan dat zoodanige aanneming en ontslag geschiede, met toe stemming en goedkeuring, te Batavia, van den officier belast met het beheer over 's Gouvernements schoeners en



kruisbooten en elders van de plaatselijke autoriteiten ; b. dat in overeenstemming daarmede, de maandgelden der kweekelingen, voortaan, gedurende den tijd, dat zij aan boord van eenen Indischen koopvaarder dienen, niet meer onderhevig zullen zijn aan eenige korting hoegenaamd ten behoeve van den lande, wegens genoten uitrusting. Ten vijfde : Enz. Ten zesde : Te bepalen , dat de ambtenaren, belast met het houden der registers van den Burgerlijken Stand in Ne derlandsch Indië gehouden zullen zijn, om , telkens , wan neer aangifte geschiedt van het overlijden van een der uit de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam afkomstige kwee



kelingen, daarvan mededeeling te doen aan den officier be last met het beheer over 's Gouvernements schoeners en kruis booten.



-



Ten zevende :



Afschrift, enz.



Enz.



,



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië,



De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER. ------



(No. 5.) -



Aanstelling van Klerken en mindere geëmploijeerden.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van den z/sten Februarij 4845 no. 3. *,



- Gelet op:



a. artikel 19 van het reglement op het beleid der Regering in Nederlandsch Indië, bepalende, dat de Gouverneur Generaal benoemt alle ambtenaren, zoo Europesche als



| 12 | Inlandsche, voor zoo ver die bemoeijingen niet bij af zonderlijke bepalingen aan andere gezagvoerders, tof kol legien zijn opgedragen; . de Resolutie van 9 Februarij 1819 no. 28, (Staatsblad no. 27) houdende, dat aan de Gouverneurs en Residen



ten zal zijn overgelaten de vervulling der plaatsen van klerken, schrijvers en mindere geëmploijeerden ; . de Resolutie van 25 November 1819 no. 15, (Staatsblad no. 82) bepalende, dat alle ambtenaren, niet tot het al gemeen bestuur behoorende, vrijheid zullen hebben om hunne eigene klerken, schrijvers en mindere bedienden , met overleg van de Gouverneurs en Residenten, onder welker onmiddelijk gezag zij respectivelijk zijn geplaatst, aantenemen ;



. op artikel 6 van het besluit van 17 November 1827, (Staats blad no. 67) houdende, dat het aanstellen van al de kler ken ter Algemeene Secretarie (beneden die der tweede klasse) zoo als ook van de buitengewone geëmploijeerden, mitsgaders van de mindere ambtenaren en bedienden steeds zal verblijven aan den Algemeenen Secretaris; . op artikel 1 van het besluit van 27 Februarij 1828 no. 5, (Staatsblad no. 9) houdende, dat aan de Generale Direc tie van Financien alsmede in het algemeen aan alle ande re departementen is overgelaten, om zelve hunne klerken en mindere geëmploijeerden te benoemen; ( op de Resolutie van 28 Januarij 1836 no. 25, (Staats blad no. 7) bepalende, dat de Directeur van 's Lands Drukkerij bevoegd zal zijn, om in dienst te stellen kler -



ken, letterzetters en boekbinders, voor zoo ver dezelve



niet door het Gouvernement benoemd zijn of hunne bezol diging, niet meer bedraagt dan honderd gulden 's maands; . het besluit van 25 Julij 1837 no. 6, (Staatsblad no. 35) bij hetwelk, op het voorstel van de Generale Directie van Financien, om, in het belang van de herwaarts uit komende Nederlandsche jongelingen van fatsoenlijke fa milien, de latitude, om in vacatures van klerk- plaatsen zoodanig te voorzien, als met 's lands dienst het meest overeenstemmend wordt geacht, wederom gegeven bij de



Resolutie van 8 Augustus 1832 no. 1 (Staatsblad no. 34), eenigzins te beperken, is bepaald, dat die bevoegdheid van de Chefs der Departementen zich voortaan niet ver



der zal uitstrekken dan tot de aanstelling van klerken op een tractement van f 100 's maands of minder.



De Raad van Indië gehoord;



| 13 | Nog gelet op:



artikel 44 van het Reglement op het binnenlandsch be stuur en dat der financien op Java, gearresteerd bij Be sluit van Kommissarissen Generaal van 9 Januarij 1819 no. 3 (Staatsblad no. 16), mitsgaders op de Resolutie van 11 Junij 1831 no. 14 (Staatsblad no. 35). de Resolutien van 4 October 1825 no. 1, 26 November 1831 no. 3 en van 27 Februarij 1832 no. 10 (Staatsblad no. 9).



en eindelijk op artikel 13 en 14 der bepalingen omtrent de ambtenaren en geëmploijeerden bij de onderscheidene diensten van het Militair Departement, gearresteerd bij Besluit van 30 April 1837 no. 29. Is goedgevonden en verstaan : Te bepalen , dat de bevoegdheid, om bij vacature van plaatsen van klerken en mindere geëmploijeerden daarin, op zoodanige wijs te voorzien, als met 's lands dienst het meest overeenstemmend wordt geacht, door de Gouver neurs, Residenten, ambtenaren niet tot het algemeen be stuur behoorende, den Algemeenen Secretaris, den Directeur van 's Lands Drukkerij en de Chefs der Departementen, uit



de boven van b, tot en met g, vermelde beschikkingen ont leend, nader wordt beperkt tot de aanstelling van ' klerken en mindere geëmploijeerden op een tractement van zestig



gulden f 60 's maands of minder. Afschrift, enz. Accordeert met het register der besluiten van den Vice-Presiddent van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(No. 6.)



Vrijstelling der Schepen en vaartuigen, de Reede van Batavia aandoende, zonder doel om handel te drijven, van de be taling van de ankeragie gelden.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Mederlandsch Indië, van



den 25sten Februarij 4845, no. 9. Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan :



**



[ 14 J



Met ampliatie der bij de resolutie van 19 November 1832 no. 19, (Staatsblad no 58), en het besluit van 16 Junij 1842 no. 4, (Staatsblad no. 26) gemaakte bepalingen, voor zoo veel de reede der hoofdplaats Batavia betreft, te verklaren, dat alle schepen en vaartuigen, onverschillig, om welke reden of redenen zij dezelve aandoen, niet zullen zijn onderworpen aan de betaling der bij art. 9 der publikatie van 28 Augus tus 1818, (Staatsblad no. 61), vastgestelde ankeragie gelden, zoodra het blijkt dat zij niet gekomen zijn, om handel te drijven, en dien niet gedreven hebben. Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië ; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



-



(No. 7.)



Indiening van Haven Rapporten aan de Fiscaals op plaatsen, alwaar Raden



van Justitie gevestigd zijn. Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van den 26sten Februarij 4845, no. 3. Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan:



Te bepalen, dat op plaatsen, alwaar raden van justitie ge vestigd zijn, de havenmeester verpligt zal wezen, om aan



den fiskaal bij die regtbank, dagelijks een rapport intedienen, omtrent de aankomst en het vertrek der schepen



of van



de reede, ingerigt op de wijze als vermeld staat bij art. 1 en 2 van het haven-reglement, gearresteerd bij publikatie van 28 Augustus 1818, (Staatsblad no. 61). Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië ; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



[ 15 ]



(No. 8.)



Verantwoording van Militaire Walaten



schappen. Besluit van den Vice-President van den Itaad, waarnemenden Gouverneur - Generaal van Nederlandsch Indië, van den



28sten Februarij 4845, no. 20. Gelezen, enz.



Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Ten vervolge van het besluit van 10 Sep tember 1819 no. 1, (Staatsblad no. 69), te bepalen, dat het



Koninklijk besluit van 6 Mei 1844 no. 63, zal worden geïn sereerd in het Staatsblad van Nederlandsch Indië en opgeno men in de Javasche Courant.



Zijnde hetzelve van den volgenden inhoud:



No. 63. WIJ WILLEM II, bij de gratie Gods Koning der JNederlanden, Prins van Oranje - Nassau, Groot Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.



Op de voordragt van Onzen Minister van Koloniën, van den 2den September 1844 letter C no. 9. Hebben goedgevonden en verstaan: Onder handhaving van het beginsel, dat de in Nederlandsch Indië aan de weeskamers vervallen militaire nalatenschappen aldaar moeten worden gereclameerd en ontvangen, te bepalen, dat hiervan zullen zijn uitgezonderd geringe nalatenschappen tot en met f250, welke zullen kunnen worden gereclameerd en ontvangen bij het Departement van Koloniën. Onze Minister van Koloniën is belast met de uitvoering dezes. 's GRAvENHAGE, den 6den Mei f844.



(Get.) WILLEM. De Minister van Koloniën,



(Get.) J. C. BAUD. Accordeert met deszelfs origineel, De Fd. Secretaris Generaal bij het Ministerie van Koloniën, (Get.) CoRNETs DE GRooT. Ten tweede.



De weeskamer te Batavia :



1°. te magtigen, om voortaan op de bij haar opgemaakte staten der onder beheer der weeskamers in Indië geval lene nalatenschappen van hier te lande overledene officie " ren, onder-officieren en verdere manschappen der landmagt, welke in Nederland bij het Ministerie van Koloniën



| 16 |



w



kunnen worden gereclameerd en ontvangen, optenemen alle zoodanige nalatenschappen, welke f 250: - en min der bedragen. 2°. aanteschrijven, om de gemagtigden hier te lande van in Europa gedomiciliëerde regthebbenden op de bedoelde nalatenschappen, welke zich bij haar om betaling mog ten aanmelden, zonder onderscheid over te wijzen tot het -



Ministerie van Koloniën in Nederland. Ten derde : Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van dcn Raad, waarnemenden Gouvernenr Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



( No. 9.)



Derde Nota van bijvoegingen op het Regle ment van de JMilitaire Administratie.



Besluit van den Vice-President van den Itaad, waarnemend en Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van de n 2den Maart 4845 , no. 34.



Gelezen, enz.



Is goedgevonden en verstaan : Eerstelijk :



Enz.



Ten derde : Te bepalen , dat de bij dit besluit gearres



teerde derde nota van bijvoegingen, op het algemeen regle ment van administratie voor de landmagt in Nederlandsch Indië in het Staatsblad zal worden opgenomen. (*) Extract, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië ; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(*) De Derde nota te vinden achter het laatste nummer van dit Staatsblad.



-



-



staatsblad 3845, No. 9.)



Lett. A.



3e Nota, $ 487.



STAAT der on meld garnizoen N



=== O M SC H



Bij de laatste opname op den ! 4 Februarij ontvangen van 6 Maart



idem



Hiervan is gedurende het ee -



-



-



-



u‘! 'Εμ.



..ο.'.....-..υπ



«Γι.



π·



π' ι -$-σ--.



‚J



4G ||!l..| ||| .



Ε-Ι|.,··



a



80-!.ιι



î‘



ki“



0



'‚t‚.!‘Ì‘»||Í.I’\‘í‚'



S



l



Χ



íalËî



‚i



π



J.” ...‚..|...!...Ì..‚.4.!l.ì.! 19%



.



ή 6”:σα::&ΙΜ ι8.;5, Na. 9.) Litî. A. No. 81. a. pMfr/Ì



nvnnvnvl"



Α."



„g?



‚J,



“r.



ξι



:ξ '







‹ ή :Μ



!



ί ιï δ ἔ



.







ΕΡΑ-Ε‘ .‘‚ν_v__



A



| 50 10 I5



15 50 D3 12 D6 DG IO



D5



[ 17 ]



(No, 10.)



Verbod aan de Javasche Bank om de door haar uitgegevene billetten aan toonder



tegen specie te verwisselen. PUBLIKATIE. VAN WEGE EN IN



NAAM DES



KONINGS,



De Vice-President van den Raad, waarnemende Gouver neur Generaal van



Nederlandsch Indië.



De Raad van Nederlandsch Indië



gehoord,



Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet -



te weten :



Nademaal aan ons is komen te blijken de onvermijdelijke noodzakelijkheid, om, tot verzekering van den geregelden geldsomloop in Nederlandsch Indië, voor te komen, dat onder de bestaande omstandigheden, de Javasche bank worde ge dwongen, om te voldoen aan de krachtens artikel 35 van haar octrooi, op haar rustende, - doch sedert meer dan vijf jaren ongestoord niet vervulde - verpligting, om de door haar uitgegevene billetten aan toonder, tegen specie te ver wisselen.



.



Zoo is, bij ontstentenis van eenig ander wettig middel tot afwering van de nadeelen, welke voor het algemeen belang, uit deze gedwongene verwisseling zouden voortvloeijen, » goed » gevonden en verstaan,” aan de Javasche, bank te verbie den, om, gedurende den tijd van één jaar, of zoo veel korter als de regering dit verbod mogt opheffen, verwisselingen van door haar uitgegevene billetten aan toonder, tegen specie te doen. En ter handhaving van dit verbod, aan alle kolle giën van justitie te interdiceren, zoo als geinterdiceerd wordt mits dezen, om gedurende datzelfde tijdvak, kennis te ne men van regtsvorderingen, de strekking hebbende om de Ja vasche bank tot zoodanige verwisseling te noodzaken. En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze, zoowel in de Nederlandsche, als in de Inlandsche en



Chinesche talen worden gepubliceerd en geaffigeerd waar zulks te doen gebruikelijk is. J Lasten en bevelen voorts alle hooge en lage kollegiën en 4



[ 18 ]



ambtenaren, officieren en justicieren, ieder voor zooveel hen aangaat, aan de stipte nakoming dezer, de hand te houden, zonder eenige oogluiking of aanzien des persoons. Gegeven te Batavia, den 29sten Maart 1845. J. C. REIJNST. Ter ordonnantie van den Vice-President van den



Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal,



De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER. -



(No. 1 1.)



Verbod aan den Chef over de Genees kundige dienst en de Dirigerende Qf Jficieren van Gezondheid tot uitoefe



ning van praktijk bij particulieren. Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van den



d4den April 3845, no. 38. Gelet , enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan :



Eerstelijk : Te bepalen, dat aan den chef over de genees kundige dienst en de dirigerende officieren van gezondheid op Java, voor zoo lang zij respectivelijk effectief in dien rang bij het leger dienen, zal zijn verboden het uitoefenen van burgerpraktijk van welken aard ook, en zulks van af Ho. Julij aanstaande, met dien verstande, dat onder dit ver



bod niet is begrepen het verleenen van oogenblikkelijke hulp, zonder belooning, in die gevallen waarin de menschelijk heid zulks vordert, en het waarnemen van consultatien of



belangrijke heelkundige operatien. Ten tweede :



Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië ; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



ί19] (Νο. 12.)



| Verbod aan Notarissen, om zich onderling te associëren tot uitoefening der πο ΜΝέοίο ρταέΙ2]έ.



Besluit van den Vies-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van Nederlandscb Indië, van den Jädeu Ápril 4845 , no. Δ. Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Eentelijl.‘ : Op alle notarissen in Nederlandsch Indië van



toepassing te verklaren de bepaling van het besluit van 15 Maart 1838 no. Ι, (Staatsblad no. 9), omtrent associatien tusscheu advokaten en procureurs, en dientengevolge vastte stellen, dat alle thans bestaande associatien van- en overeen‘ komsten tusschen notarissen, voor de waarneming der ποιο



ι·ΜΒιο praktijk, onverwijld na de openbare aankondigin van het tegenwoordige besluit, zullen moeten worden ontbonäen en ophouden te bestaan, en dat in den vervolge geene zoodanige associatie of overeenkomst, hoe ook genaamd, zal mogen wor



den gesloten, als met uitdrukkelijke toestemming van het Gouvernement; een en ander op poene van dadelijke intrek king der aan de overtreders uitgereikte commissìen. Ten tweede : Enz. Afschrift, enz.



Accordeert met het Register der Besluiten van den Vice-President van den Raad , waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De A/gemeene secretarie,



C. VISSCHER.



(NO. 13_)



Salaris voor de Secretarísseîz der Resi dentien of andere geëìnploijeerden be last met Judícièele werkzaam/zeden.



Besluit van den Vies-President van den Baad, ωοοι·οοιιιοπάωι . Gouverneur Generaal van [Vederlandtch India’, van den 25ste’: ‚lpríl .ΜΗ , πο. Α4. ”



Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Met nmpliatie voor zoo veel noodig der bij resolutie van



| 20 | 7 Maart 1822 no. 8, (Staatsblad no. 11), gearresteerde sala ris-lijst voor de griffiers en gezworen klerken bij het Hoog Geregtshof en de Raden van Justitie, te bepalen, dat de se cretarissen in de residentien, of andere daartoe door de



residenten te benoemen geëmploijeerden, voor hunne judi ciele verrigtingen, zullen mogen in rekening brengen de bij bovengemelde salaris-lijst voor de griffiers en gezworen klerken vastgestelde leges. Afschrift, enz. Accordeert met het



w



Register



der Besluiten van den



Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(No. I4.)



Verklaring door belanghebbenden van het Gouvernement te verzoeken, dat geen oppositie is gekomen tegen door het hetzelve toegestane naamsveranderin gen af naamsvermeerderingen.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van den 33den Mei 3845, no. 8. -



Gelet, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk :



Enz.



Ten tweede : Naar aanleiding van het voorkomende bij art. 22 van het reglement op het houden der registers van den burgerlijken stand, gearresteerd bij besluit van den 18den



Junij 1828 no. 35, (Staatsblad no. 50) en in verband met de resolutie van 2 November 1831 no. 33, (Staatsblad no. 61), te bepalen, dat degenen, die eene autorisatie tot naamsver andering of naamsvermeerdering hebben verkregen, na ver loop van den, bij laatstgemelde resolutie bepaalden termijn van drie jaren, wanneer hun van geen verzet tegen het ge daan verzoek is gebleken, zich zullen behooren te wenden,



tot het Gouvernement, met het verzoek, om te mogen erlan gen eene verklaring, dat geene oppositie tegen de gevraagde



21



e



naamsverandering of naamsvermeerdering is gedaan, dan wel de verzoeken tot herroeping van de daartoe verkregene auto risatie niet zijn toegestaan; ten einde het casuquo, dien conform, te verkrijgen besluit of dispositie intedienen bij den ambtenaar van den burgerlijken stand, ter plaatse, alwaar de geboorte van den belanghebbende is ingeschreven, om voor dezen te strekken tot magtiging, ten einde, onder aanhaling van dat besluit of die dispositie, het daardoor volle kraeht erlangd hebbende besluit, houdende autorisatie tot naamsver andering of naamsvermeerdering, overeenkomstig het bepaalde bij bovengemeld art. 22 van het reglement op het houden der registers van den burgerlijken stand, op den kant der in schrijving van de geboorte des belanghebbende, overteschrijven. Afschrift, enz.



*



Accordeert met het Register der Besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, EDe Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(No. I5.)



Maatregelen van voorzorg, om de midde len van minderjarige of afwezige erf- . genamen in onchristen boedels voor ver lies te behoeden.



-



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van



den 28sten Mei 4845, no. 4. Gelet, enz.



De Raad van Indië gehoord,



Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Met explicatie van art. 3 en met ampliatie van art. 18 van het reglement voor het kollegie van boedel meesteren te Batavia, gearresteerd bij art. 1 van het besluit van den 31sten Mei 1828 no. 30, (Staatsblad no. 46) en bij art. 2 van dat besluit van toepassing verklaard op al de bezit



tingen van Nederlandsch Indië, voor zoo ver namelijk de Iaatselijke omstandigheden de opvolging der daarbij gemaakte te bepalen, dat alle executeuren



: zullen gedoogen,



van testamenten, voogden, bewindvoerders of administrateurs over de bezittingen en middelen van minderjarige onchriste



.



-



[ 22 ]



nen, behoorende tot de natien op welke gemeld reglement



van toepassing is, zonder onderscheid, zullen verpligt zijn tot het doen van bewijs aan de kollegien van boedelmeeste ren, van de onder hen als zoodanig berustende gelden, goe deren of bezittingen, van welken aard ook, den minderjari



gen aankomende, zoomede tot de overbrenging van dezelve bij het betrokkene kollegie, dan wel tot het stellen van behoorlijken borgtogt of geven van hijpotheek voor dezelve, ter keuze en naar genoegen van dat kollegie, een of ander binnen de daarvoor bij het gemeld art. 18 vastgestelde termijnen. Ten tweede :



Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



( No. 16.)



Contributiën aan het burgerlijk pensioen Jfonds , door kosters, voorlezers en



dergelijke mindere kerkelijke bedien den.



Besluit van den Vice-President van den Itaad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Mederlandsch Indië, van



den 23sten Junij 4845, no. 3.



Gelet op art. 1 der Resolutie van 31 Januarij 1835, no. 1 (Staatsblad no. 10), waarbij in het algemeen is bepaald : dat de kerkeraden der onderscheidene Christelijke gemeen ten in Nederlandsch Indië, voortaan zonder de tusschenkomst



van het Gouvernement zullen moeten voorzien, in de benoe ming en het ontslag van kosters, voorlezers en andere be dienden der kerk; dat door de kerkeraden mitsdien zonder verdere bemoeije -



nis van het Gouvernement zal kunnen worden beschikt over



de fondsen, tot bezoldiging van zoodanige beambten bij de begrooting ingewilligd, en



dat de meermelde collegiën uit hunne eigen fondsen zullen



[ 23 ] moeten voorzien in het pensioneren van bedienden, die daar op door langdurige en trouwe dienst aanspraak hebben ver kregen, met uitzondering evenwel van hen, die vroeger door het Gouvernement zelf, zijn en welke, om die reden, in overeenstemming met de bestaande bepalingen met een pensioen uit 's lands kas, zullen worden begunstigd;



::



Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan : Eerstelijk : Te verklaren:



a. dat kosters, voorlezers en dergelijke mindere kerkelijke bedienden bij de onderscheidene Christelijke gemeenten, die volgens het slot van art. I der bovenaangehaalde re solutie dd. 31 Januarij 1835 no. 1, (Staatsblad no. 10), met pensioen uit 's lands kas zullen worden begunstigd, onderworpen zijn aan de gewone en buitengewone contri butien, bepaald bij het Reglement op het verleenen van pensioenen aan burgerlijke ambtenaren (Staatsblad 1837 no. 50); b. dat personen die in hunne andere betrekkingen aan de burgerlijke pensioenen contribuabel zijn, daaraan ook ge woon en buitengewoon moeten contribuëren, over inkom sten door hen genoten wordende, voor de waarneming of vervulling van mindere kerkelijke bedieningen ; c. dat buiten deze sub a en b aangegevene gevallen, de in komsten voor mindere kerkelijke bedieningen niet aan eenige contributiën ten behoeve der burgerlijke pensioenen zijn onderworpen. Ten tweede :



Enz.



Afschrift , enz. a



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van dcn Raad, waarnemenden Gouvernenr Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



[ 24 ]



(No. 17.)



Borgtogten van komptabele Ambtenaren.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van den 44den Julij 3845, no. 3.



Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord ; Is goedgevonden en verstaan: Te bepalen, dat de door 's lands ambtenaren als borgtogt gedeponeerde Bankactien, Certificaten van den Nederlandsch Indischen Achterstand of andere voor borgtogt aanneembaar verklaarde effecten, ook naar hunne verkiezing zullen kunnen worden vervangen door bewijzen van storting bij de Oost Indische Maatschappij van Administratie en Lijfrente (ka pitaal ter bevordering van de vrije kultuur) of omgekeerd. Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië,



De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



No. 18.)



(



Aandeelen in de Oost-Indische Maatschap



pij van administratie en lijfrente aan neembaar verklaard als bewijzen van ge



goedheid voor kapiteins of subalterne of Jicieren bij het aangaan van huwelijken. Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van den



20sten Julij 4845, no. 4. Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Met ampliatie van art. 1 der resolutie van den 29sten December 1834 no. 1, (Staatsblad no. 69), te bepalen, dat kapiteins of subalterne officieren bij het ver zoek tot het aangaan van een huwelijk, kunnen volstaan met de aantooning dat één van de aanstaande echtgenooten of beide gezamenlijk den onbelasten eigendom bezitten, van aandeelen in de Oost-Indische Maatschappij van Administra



tie en Lijfrente (kapitaal ter bevordering van de vrije kul tuur), groot in kapitaal f 10,000; welke aandeelen bij 's lands



[ 25 ]



kas te Batavia zullen worden gedeponeerd, tegen afgifte van een bewijs, ingerigt in den geest van het bij de resolutie van den 13den November 1830 no. 26, (Staatsblad no. 44) ge arresteerde model, en onderteekend door den directeur gene raal van financien, welk bewijs of acte van depot voorts zal worden bewaard bij de directie van het militair weduwen en weezenfonds, op de wijze bedoeld bij art. 3 der aange haalde resolutie van 29 December 1834 no. 1.



Ten tweede :



Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië ; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(No. I9.)



Contributiën aan het Civiel Weduwen- en



Weezen- en Burgerlijk pensioenfonds over



-



emolumenten en andere wisselvallige in komsten.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van



den 20sten Julij 4845, no. 6.



Gelezen , enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan:



Eerstelijk : Te bepalen, dat tot ultimo December aan staande voor de berekening der contributien aan het civiel weduwen- en weezenfonds en ten behoeve der burgerlijke ensioenen over emolumenten en andere wisselvallige in : zal worden gevolgd het bij besluit van 10 Maart 1842 no. 6, (Staatsblad no. 8), gearresteerde tarief en zulks



gerekend van af het oogenblik dat hetzelve heeft opgehouden te werken.



-



Ten tweede :



Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië;



De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



| 26 J



(No. 20.)



Contributiën aan de Schutterlijke kas sen op Java door gepensioneerde af ficieren, boven de 44 jaren oud.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden



Gouverneur Generaal van 26sten Julij 4845, no. 3.



Nederlandsch Indië, van den



Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Met explicatie van $ b van art. 1 van het besluit van den 16den Julij 1841 no. 21, (Staatsblad no. 26), te bepalen, dat die $ slechts van toepassing is, indien de be trokkenen alleen van hun pensioen bestaan. Ten tweede :



Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië ;



De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(No. 2I.)



Alteratie der bepalingen ten behoeve der kweekelingen, afkomstig uit de school voor de zeevaart te Amsterdam.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, van



den 27sten Julij 3844, no. 2.



-



Gelet :



a. Op art. 3 der publicatie van 12 Maart 1834 (staatsblad no. 15), luidende: » Van en met den Isten Januarij i835, zal op elk schip of vaartuig, niet gevoerd wordende door inlanders, arabieren of chinezen, metende volgens den zeebrief meer dan 75



[ 27 ] lasten, ten minste een, op elk schip van meer dan 150 lasten, ten minste twee en op elk schip van meer dan 200 lasten, ten minste drie stuurmans-leerlingen, door de eigenaren moeten worden onderhouden. » Deze leerlingen zullen in Nederland, of uit christen ouders in Nederlandsch Indië, geboren moeten zijn. » Wanneer de eigenaars geene zoodanige jongelingen zul len kunnen vinden, zullen zij kunnen volstaan, met jaar lijks bij de plaatselijke autoriteit, waar het schip te huis hoort, te storten eene som van f 300, voor elken leerling, die aan het bepaalde getal zal ontbreken, enz.”



b. Op art. 2 van het besluit van 30 Januarij 1845, no. 3 (staatsblad no. 4), waarbij met ampliatie en alteratie in zoo verre van art. 3 der gemelde publicatie, bepaald is: $ a. dat de daarbij bedoelde stuurmansleerlingen moeten zijn kweekelingen, afkomstig uit de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, onverschillig of zij voor de Gouvernements vaartuigen, dan wel speciaal voor de koopvaart, door tusschenkomst van het Gouvernement in Indië zijn gekomen; Zullen de echter ten deele of geheel met andere in JWederland of uit christen ouders in



Nederlandsch



Indië geboren personen, als stuurmansleerlingen kun nen worden volstaan, naarmate zich een of meer der



bovenbedoelde kweekelingen, onder de stuurlieden van elken bodem bevinden;



$ b, dat het getal dier stuurmansleerlingen echter niet meer behoeft te bedragen, dan, voor een vaartuig, metende volgens den zeebrief 200 lasten, één en voor een schip van meer dan 200 lasten, twee leerlingen, blijvende voorts onveranderd de bepaling van een stuurmans leerling voor vaartuigen van meer dan 75 lasten; Gelezen, enz.



De Raad van Indië gehoord; Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Met tijdelijke alteratie in zoo verre van art. 2 $ a, van het besluit van 30 Januarij ll. no. 3, (Staatsblad no. 4), te verklaren, dat, zoo lang hier te lande geen toe reikend aantal jongelingen, afkomstig van de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, ten behoeve der scheepvaart beschikbaar zal zijn, betrokkenen, ter voldoening aan art. 3



[ 28 J



der publicatie van 12 Maart 1834, (Staatsblad no. 15) zullen kunnen volstaan, met in de plaats van zoodanigen kweeke



ling of kweekelingen, als stuurmansleerlingen, aan boord der hun toebehoorende of door hen geadministreerd wordende vaartuigen te plaatsen, jongelieden in Nederland of uit christen ouders in Nederlandsch Indië geboren ; Zullende deze echter niet in voorschreven qualiteit worden



toegelaten, als op een bewijs, te Batavia door den officier, belast met het beheer over 's Gouvernements schoeners en



kruisbooten en elders door de plaatselijke autoriteiten, te verleenen, ten blijke dat geene kweekelingen, van evenge melde school afkomstig, ter plaatse te verkrijgen zijn. Ten tweede : Ten overvloede te bepalen, dat, ingeval ook de bij art. 1 bedoelde jongelieden, niet aan boord der betrokkene vaartuigen geplaatst worden of aanwezig zijn,



alsdan de bij art. 3 der publicatie van 12 Maart 1834, (Staatsblad no. 15) bevolene storting van f 300 voor elken



ontbrekenden leerling, zal behooren te worden bewerkstelligd. Ten derde :



Enz.



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.



(No. 22.) -



Verhooging der contributiën aan het Ci viel Weduwen- en Weezenfonds.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië van



den 33sten Julij 4844 , no. 2. Gelezen de missive van den Minister van Kolonien, van



4 Maart 1845 lett. A no. 6/112, strekkende in voorloopig antwoord op het dezerzijdsch schrijven, van 9 Julij 1844 no. 385/8, bij hetwelk, naar aanleiding van den ongunstigen toestand van het civiel weduwen- en weezenfonds, eenige



maatregelen van voorziening zijn voorgesteld; De Raad van Indië gehoord, Is goedgevonden en verstaan: A



[ 29 | Eerstelijk :



De contributiën van de deelgenooten aan



het civiel weduwen- en weezenfonds, bedoeld bij art. 10 en 12 van het reglement, (Staatsblad 1836 no. 21), te beginnen met 1°. Augustus aanstaande, te verhoogen met 1 en 2 ercent ;







Zullende mitsdien, gerekend van af gemeld tijdstip en zoo lang hieromtrent niet anders wordt beschikt, door hen aan gezegd fonds moeten worden gecontribueerd respectivelijk 6 en 32 percent over de inkomsten en sommen bij de voor melde artikelen omschreven. Ten tweede : Enz.



. *



Afschrift, enz.



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Secretaris,



Algemeene



CZ VISSCHER.



(No. 23.)



Alteratie



van



artikel 30 der Instructie



voor den Inspekteur en Chef der Mi litaire Administratie.



Besluit van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Wederlandsch Indië,



van den 26sten Angustus 3845, no. 47. Gelet, enz.



Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk : Enz. Ten derde : In art. 10 der instructie voor den Inspecteur en Chef der Militaire Administratie, gearresteerd bij besluit



van de Commissaris Generaal van 31 Julij 1833, no. 146, (Staats blad no. 46), te supprimeren de woorden » dan wel zoodanige, welke spoedig moeten geschieden » zonder dat de autorisatie van het Gouvernement daaro w,



» kan worden ingewacht : ”



met bepaling, dat in zoodanige gevallen door den hoofd intendant de tusschenkomst van het militair departement be hoort te worden ingeroepen en voorts, dat het niet geöorloofd w



[ 30 J is, om de rekeningen te doen splitsen, ten einde beneden het maximum van f400 te blijven. Ten vierde :



k:



Enz.



Extract, enz.



*



er -



Accordeert met het register der besluiten van den Vice-President van den Raad, waarnemenden Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië; De Algemeene Secretaris, C. VISSCHER.